De kennis die Socrates zijn gesprekspartners wil bijbrengen is vooral zelfkennis. Discussies over iets wat ver van je bed is of vrijblijvend is zoals de sofisten dikwijls voerden, vindt Socrates niet interessant. Wat hem wel ter harte gaat is de waarheid achter de oordelen die we de facto vellen op basis van eigen kennis en ervaring. Achter dit kenmerk zit Plato’s zogenaamde anamnese-theorie. Plato is ervan overtuigd dat kennen her-kennen is en dat de Idéa of Vormen, zij het moreel (vb. ‘vriendschap’), mathematisch (vb. ‘de cirkel’) of objectgericht (vb. ‘het paard’), al van voor de geboorte ‘in ons’ aanwezig zijn. Ze zijn niet te vinden in de uiterlijke verschijnselen maar zitten in onze geest. Het komt er enkel op aan om via de juiste vragen deze ‘verborgen kennis’ ter wereld te brengen . Daarom laat hij Socrates zichzelf in de Theaetetus ‘vroedvrouw’ noemen, met twee verschillen : « in de eerste plaats verlos ik mannen en niet vrouwen en in de tweede plaats onderzoek ik de geest die zwanger is, niet het lichaam ».

  • soul_midwife.txt
  • Last modified: 2014-10-03 10:07
  • by barbara.raes